Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Vlaamse schenk- en erfbelasting in de actualiteit (1)

| Nicolas Geelhand de Merxem

Op 10 juli 2025 verschenen 3 krantenartikels over Vlaamse schenk- en erfbelasting.

De titel van het eerste bericht, afkomstig van Belga, luidde in De Standaard als volgt: “Kwart meer registraties van roerende schenkingen in Vlaanderen”.
Volgens dit bericht hebben de notarissen in de eerste jaarhelft van 2025 6.108 roerende schenkingen “geregistreerd”, een toename met 25,3 procent in vergelijking met de eerste zes maanden van 2024. De groei zou minstens deels een gevolg zijn van de verlenging van de “verdachte periode” van 3 tot 5 jaar voor niet-geregistreerde “onderhandse” schenkingen te rekenen vanaf 1 januari 2025.
Bedoeld worden wellicht de “Belgische notariële schenkingen van roerende goederen”. Dat geeft echter geen volledig beeld van de “geregistreerde roerende schenkingen”. Daarnaast kan de “pacte adjoint” van een hand- of bankgift immers ook door de partijen zelf ter registratie worden aangeboden. Een notaris komt daar niet noodzakelijk aan te pas. Die cijfers zouden bij Vlabel kunnen bekomen worden. Ten slotte zijn er ook de schenkingen van roerende goederen verleden voor buitenlandse notarissen die sinds 15 december 2020 in België moeten geregistreerd worden, indien ze door een Belgische rijksinwoner worden gedaan. Ook daarbij komt niet noodzakelijk een Belgische notaris aan te pas. Die cijfers zouden ook bij Vlabel kunnen bekomen worden. De laatste twee cijfers ontbreken dus om een volledig beeld te hebben van de “geregistreerde” schenkingen van roerende goederen.
En dan zijn er nog de (oorspronkelijk) “niet geregistreerde schenkingen van roerende goederen” die achteraf, vaak in extremis, worden geregistreerd.

Wellicht is het juist dat, nu de “verdachte periode” van art. 2.7.1.0.5 VCF verlengd is van 3 tot 5 jaar, de aspirant-schenkers het veiliger vinden om meteen 3% of 7% te betalen in plaats van het risico te lopen om veel hogere erfbelasting te moeten betalen ingeval van plots overlijden binnen de verlengde “verdachte periode”. Dit is goed nieuws voor het Vlaams Gewest dat meer inkomsten uit schenkbelasting zal innen. Dat was in werkelijkheid de bedoeling van de maatregel. Maar men moet ook rekening houden met het feit dat hoe minder risico’s door de aspirant-schenkers zullen genomen worden, hoe minder toepassing zal kunnen gemaakt worden van art. 2.7.1.0.5 VCF. Met andere woorden, er zal meer belast worden aan het laag en vlak tarief (3% of 7%) in de schenkbelasting, maar er zal minder belast worden aan de hogere tarieven in de erfbelasting. Het zijn enigszins communicerende vaten. Binnen enkele jaren zal het mogelijk zijn het ene tegen het andere af te wegen en de vergelijking te maken met het verleden.

Tenslotte is het ook juist dat een Belgische notariële schenkingsakte ook op civielrechtelijk vlak voordelen biedt. Het belangrijkste voordeel is dat er aan de schenking tal van al dan niet complexe modaliteiten kunnen gekoppeld worden zoals termijnen, voorwaarden, lasten, een voorbehoud van vruchtgebruik, een fideicommissum de residuo, enz. Sinds 2004 zijn deze modaliteiten fors uitgebouwd en verfijnd, zodat elke schenking op maat van de (wensen van de) betrokken partijen kan opgemaakt worden. Dit geldt niet alleen voor de vermogende particulieren, maar ook voor de modale belastingplichtige. Zo moet er steeds worden nagedacht over het inlassen van een (retroactief werkend) beding van terugkeer ingeval van vooroverlijden van de begiftigde, over de kwalificatie “binnen of buiten paart”, over zaakvervanging, over de verplichting van de begiftigde om in te staan voor de medische kosten van de schenker indien diens inkomsten niet zouden volstaan, over de instemming van de echtgenoot van de schenker, en last but not least, over de juiste procedure voor het doorvoeren van een hand- of bankgift en het bewijs ervan, enz. Fouten dienaangaande leiden onvermijdelijk tot problemen op civielrechtelijk en/of fiscaal vlak. De notaris is ook de geknipte persoon om samen met de aspirant-schenker na te gaan of de voorgenomen schenking wel een goed idee is. Veel mensen denken (beïnvloed door de niet-gespecialiseerde pers) dat zij moeten schenken om erfbelasting te vermijden. Maar vaak is dat niet of nauwelijks nodig (zeker indien de plannen van de Vlaamse regering inzake de verlaging van de erfbelasting voor kleine en middelgrote vermogens worden doorgezet). Een notaris kan zeer snel de berekening maken van de verschuldigde erfbelasting wanneer er niet geschonken wordt en/of wanneer er een slim testament wordt gemaakt.

Het zou, om al deze redenen, opportuun zijn bij schenkingen (boven een bepaald bedrag of desgevallend met vrijstelling van schenkbelasting) het verlijden van een Belgische notariële akte te verplichten. Daardoor zal het (civielrechtelijk en/of fiscaal) contentieux inzake hand- en bankgiften verminderen en zullen de rechtbanken ontlast worden. Daarnaast zullen deze schenkingen ook makkelijk kunnen teruggevonden worden bij de vereffening-verdeling van de nalatenschap van de schenker, ongeacht de datum ervan. Voorwaarde van het invoeren van deze verplichting is dan wel dat de notarissen zich zouden toeleggen op het maken van schenkingsakten op maat en op de advisering dienaangaande.

Nicolas Geelhand de Merxem
Prof. (em.) dr. Universiteit Antwerpen