Uitbreng gevolgd door een eenzijdige schenking in extremis is geen fiscaal misbruik.
Bij vonnis van 20 april 2020 heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent (onuitg., AR 18/2613/A) geoordeeld dat een symmetrische uitbreng van goederen uit het gemeenschappelijk vermogen, gevolgd door een schenking door de ene (terminaal zieke) echtgenoot aan de andere echtgenoot, met voorbehoud van vruchtgebruik, met daaraan gekoppeld een fideicommissum de residuo in het voordeel van familieleden van de schenker, geen fiscaal misbruik uitmaakt.
De Rechtbank oordeelde onder meer:
-
Dat er geen verdeling van het gemeenschappelijk vermogen bij overlijden is gebeurd, maar bij leven doormiddel van een schenking;
-
Dat het feit dat er een zeer korte tijd is tussen de uitbreng en het overlijden niet betekent dat er ‘automatisch’ fiscaal misbruik is;
-
Dat de kwestieuze rechtshandelingen niet op de zwarte lijst staan.
Naar alle waarschijnlijkheid zal Vlabel hoger beroep instellen.
Nicolas Geelhand de Merxem