Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Termijn tekortschatting

Vlabel heeft op 23 mei ll. iets meer toelichting gegeven bij de door haar gevolgde regels bij de termijn om een tekortschatting aan te klagen.

Vooreerst wordt herinnerd aan de wettelijke basis ter zake: art. 3.3.3.0.1, §4/1 (erfbelasting) en §4/2 (registratiebelasting) VCF over de aanslagtermijn. Volgens deze bepalingen beschikt Vlabel over een gewone aanslagtermijn van 5 jaar om een aanslag in de erfbelasting of de registratiebelasting te vestigen. Voor de erfbelasting start de termijn van 5 jaar vanaf de dag waarop de aangiftetermijn begint te lopen, voor de registratiebelasting start de termijn van 5 jaar vanaf de dag van de registratie van de akte die of het geschrift dat aanleiding geeft tot de heffing van de registratiebelasting.

Vlabel merkt op dat deze aanslagtermijnen ook van toepassing zijn op aanslagen die worden verstuurd ten gevolge van een zogenaamde ‘tekortschatting’. Wel wordt er voorafgaand aan de inkohiering van die aanslagen, door Vlabel, een brief gestuurd aan de belastingplichtige om hem in kennis te stellen van de intentie van Vlabel om de aanvullende rechten te vestigen wegens tekortschatting. Uit de praktijk blijkt dat Vlabel in deze brief de venale waarde van het onroerend goed op datum van overlijden aanduidt en zelfs een waarderingsstaat met vergelijkingspunten toevoegt. Tevens worden ook de aanvullende rechten berekend alsook de belastingverhoging wegens tekortschatting. Ingeval de belastingplichtige niet akkoord is met deze voorgenomen aanvullende aanslag, wordt hij uitgenodigd schriftelijk te reageren bij Vlabel.

Belangrijk nieuws is dat Vlabel deze kennisgeving van de intentie om aanvullende rechten te vestigen bij een tekortschatting zal uitsturen binnen de 2 jaar na het indienen van de aangifte (erfbelasting) of binnen de 2 jaar vanaf de dag van de registratie van de akte die of het geschrift dat aanleiding geeft tot de heffing van de registratiebelasting.

De eigenlijke inkohiering kan buiten die termijn van 2 jaar gebeuren, maar in ieder geval binnen de wettelijke aanslagtermijn van 5 jaar.

Dit is een goede zaak om twee redenen. De aanslagtermijn van 5 jaar is te lang. De belastingplichtige (die overigens aan zeer korte vervaltermijnen is gehouden) heeft recht op een snelle controle van zijn aangifte. De tweede reden is dat een controle inzake venale waarde, bv. in de loop van het vierde jaar na het overlijden, een vertekend beeld kan geven van de waarde op de dag van het overlijden. In meer dan vier jaar tijd kan de waarde van een onroerend goed fel variëren. Met die waardestijging (of -daling) mag echter geen rekening gehouden worden, vermits de waarde op de dag van het overlijden moet aangegeven worden.

De termijn van twee jaar (hier wel te rekenen vanaf het overlijden) is ook de termijn die door Vlabel wordt gehanteerd om af te zien van een belastingverhoging wanneer een onroerend goed binnen de twee jaar wordt verkocht en de meerwaarde spontaan wordt aangegeven (standpunt nr. 17039 en tolerantie). In de tolerantie wordt echter vermeld dat “van zodra Vlabel echter een taxatiehandeling heeft gesteld met het oog op het vaststellen van een tekortschatting, (…) de tolerantie (komt) te vervallen”.

Om beide termijnen op elkaar af te stemmen zou het dus ideaal zijn dat de controle van Vlabel zou gebeuren de laatste vier maanden van de twee jaar te rekenen vanaf het indienen van de aangifte.

Vlabel bevestigt verder in het nieuwe standpunt dat de controle binnen de termijn van twee jaar te rekenen vanaf het indienen van de aangifte ook zal gelden:

  • Wanneer er volgens haar zowel een tekortschatting als een verzuim is (maar enkel voor de tekortschatting en niet voor het verzuim);

  • Voor de roerende goederen die voor hun verkoopwaarde dienen te worden aangegeven.

In dit verband kan betreurd worden dat de tolerantie waarvan hierboven sprake enkel voor onroerende goederen geldt en niet voor roerende goederen (standpunt nr. 15126). Er valt niet meteen een rechtvaardiging te vinden voor dit onderscheid.

N. Geelhand de Merxem

Standpunt nr. 18029, dd. 3 mei 2018, “Termijn tekortschatting”, publ. 23 mei 2018.