Tarieven erfbelasting tussen vreemden: verlaging in zicht?
De Vlaamse tarieven in de erfbelasting voor verkrijgingen tussen vreemden liggen aan de hoge kant: 45% op de eerste schijf van 75.000 euro, 55% op de volgende schijf van 50.000 euro, en 65% op al hetgeen 125.000 euro te boven gaat. Bovendien gelden deze schijven niet per erfgenaam of legataris, maar voor de som van alle verkrijgingen door erfgenamen of legatarissen die aan dat tarief zijn onderworpen (dit is de zogenaamde “globalisatie”). Het toptarief van 65% is dan des te sneller van toepassing. Voor de verkrijging tussen broer en zus zijn de tarieven nauwelijks lager (30% op de eerste schijf van 75.000 euro, 55% op de volgende schijf van 50.000 euro, en 65% op al hetgeen 125.000 euro te boven gaat). Deze schijven gelden echter wel per broer of zus (geen globalisatie).
Minister Turtelboom had geopperd dat deze tarieven naar omlaag zouden moeten. Haar opvolger Bart Tommelein neemt deze idee over. Om de budgetneutraliteit van de maatregel te garanderen, zou de kost van deze verlaging worden gecompenseerd met de inkomsten uit de regularisatie van de successierechten, die gepaard zou gaan met de regularisatie van de federale belastingen. De nieuwe minister wil daarmee ook de belastingontwijking (lees: het systematisch gebruik van het duo-legaat waardoor de erfbelasting substantieel wordt gedrukt) tegengaan.
Zodoende wordt de overgang van vermogen naar broers en zussen, neven en nichten en niet-bloedverwanten veel goedkoper. In 2004 werd de geregistreerde schenking van roerende goederen fors goedkoper (7%), op 1 juli 2015 de schenking van onroerende goederen (10% tot 40%) en weldra wellicht ook de vererving. Dit is vooral goed nieuws voor de suikertantes die niet geneigd zijn om reeds tijdens hun leven te schenken aan hun neven en nichten.
N. Geelhand de Merxem
(De Tijd, 6 juli 2016)