Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Minder belastingverhoging voor verzuim in de erfbelasting

| Nicolas Geelhand de Merxem

In De Tijd van 27 mei 2023 verscheen een bijdrage getiteld: “Minder boetes voor onvolledige erfenisaangiften”. Daaruit blijkt dat er een forse daling is van het aantal aangiften waarbij een belastingverhoging voor verzuim is opgelegd.

De vraag rijst naar de zin en de onzin van de belastingverhoging. A. Aydogan schreef er een mooi stuk over in Nieuwsbrief Successierechten (A. AYDOGAN, “Verzuim in de aangifte nalatenschap: twee voorstellen tot redelijkheid”, Successierechten 2021, afl. 8, 4-10).

Er bestond vroeger een logische regel dat het verzwijgen van activa die alleszins bekend waren bij de fiscus, slechts half zo zwaar beboet werd als het verzwijgen van activa die de fiscus niet kon kennen (zie art. 126 W.Succ.). Bij de inlijving van het Wetboek Successierechten in de Vlaamse Codex Fiscaliteit te rekenen vanaf 1 januari 2015, heeft men die regel afgeschaft. Onlogisch en onbegrijpelijk. Dergelijk verzuim kan bezwaarlijk moedwillig zijn, te kwader trouw of gedaan worden met het oogmerk om fraude te plegen. Wie is zo dom om dingen te verzwijgen die de fiscus weet. Het zijn vergissingen te goeder trouw. De meeste gevallen van verzuim worden te goeder trouw gepleegd. Het artikel in De Tijd bevestigt dit trouwens.

Daarbij komt dat het aantal activa dat de fiscus thans kan kennen, de laatste tijd fors gestegen is ingevolge de transparantie van inkomsten en kapitalen. Waar de fiscus vroeger enkel weet had van de in België gelegen onroerende goederen en wat later van de roerende beleggingen bij Belgische financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen, heeft hij thans ook weet van de roerende beleggingen en verzekeringscontracten in het buitenland en van de onroerende goederen in het buitenland. Die gegevens moeten immers in de aangifte inkomstenbelastingen vermeld worden. Wie riskeert het nog om deze goederen niet aan te geven in de aangifte nalatenschap? Dat zou andermaal zeer dom zijn.

Het is juist dat de belastingverhoging wegens verzuim versoepeld is voor nalatenschappen opengevallen te rekenen vanaf 1 januari 2021. Thans is de situatie als volgt: de verhoging is in principe gelijk aan 20% van de aanvullende rechten op de niet-aangegeven goederen. Die belastingverhoging wordt evenwel vervangen door een lagere belastingverhoging als de betrokken erfgenaam, legataris of begiftigde uit eigen beweging, een niet in de aangifte aangegeven goed alsnog aangeeft. De verhoging is beperkt tot 1% wanneer de vergetelheid spontaan binnen de maand wordt rechtgezet, 2% als de rechtzetting binnen de 2 maand gebeurt en zo verder tot 10% indien de rechtzetting tussen de eerste dag van de zevende maand en de laatste dag van de tiende maand gebeurt. Het punt is dat dergelijke vergetelheden te goeder trouw per hypothese niet gekend zijn door de berokken erfgenamen of legatarissen. Zo niet zouden zij ze aangegeven hebben. De versoepeling lost het probleem van de vergetelheden te goeder trouw van activa die de fiscus kent, dus niet op. Het ware veel beter geweest terug te keren naar de regel toegepast in het Wetboek Successierechten: halvering van de principiële belastingverhoging (en dus 10%) voor verzuimde activa die de fiscus kent. Men zou die verhoging overigens kunnen verminderen tot 5% gelet op de (principiële) goede trouw van de belastingplichtige.

Het is vaste administratieve rechtspraak dat goede trouw niet volstaat om een belastingverhoging te vermijden. Men mag geen enkele fout begaan hebben. Dit grenst aan overmacht. De vraag is of dit redelijk is. Moeten erfgenamen en legatarissen systematisch via Febelfin alle Belgische financiële instellingen en ook alle verzekeringsmaatschappen bevragen? Moeten ze dat ook doen voor buitenlandse financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen? Idem dito voor de Belgische en buitenlandse onroerende goederen? Het zou veel eenvoudiger zijn dat de fiscus, op vraag van de belastingplichtige (die soms niets afweet van de bezittingen van de erflater), alle hem bekende gegevens bezorgt. Vroeger (in het federale tijdperk) kon men aan de ontvanger der registratie vragen waar en waarvoor de erflater bekend was bij de registratie. Nu alles gedigitaliseerd en gecentraliseerd wordt, moet het toch mogelijk zijn een dergelijk systeem uit te bouwen voor de Vlaamse erfbelasting. Daardoor zouden vele verhogingen wegens verzuim achterwege kunnen blijven.

De tijd dat elke Belg er een sport van maakte om een aantal activa niet aan te geven in de aangifte van nalatenschap is al lang voorbij.

In het artikel in De Tijd is er nog iets opmerkelijk. Het gemiddelde van de belastingverhogingen zou tussen de 600 en de 700 euro liggen. Dit is misleidend. In de praktijk blijkt dat belastingverhogingen wegens verzuim bijzonder hoog kunnen oplopen, inzonderheid wanneer de nalatenschap toekomt aan erfgenamen of legatarissen die tot de groep “alle anderen” behoren en die aan het hoogste tarief worden belast.

Precies omdat een belastingverhoging soms bijzonder hoog kan zijn en totaal niet in verhouding staat met de “schuld” van de erfgenamen of legatarissen, blijkt uit de rechtspraak van de Rechtbank en het Hof te Gent dat de rechters/raadsheren vaak die verhoging verminderen of zelfs volledig kwijtschelden. Uiteraard zijn het slechts de gevallen waarin de verhoging (zeer) hoog oploopt die aanleiding geven tot procedures tot vermindering en kwijtschelding.

Kortom, de Vlaamse regeling inzake de verhoging voor verzuim van activa in de erfbelasting is verre van optimaal. Dat de erfgenamen of legatarissen een verhoging moeten betalen wanneer zij activa verzuimen aan te geven, is gerechtvaardigd. Zo niet bestaat de kans dat men niet moeite doet om een volledige aangifte in te dienen. Het rechtzetten van verzuimen veroorzaakt een bijkomende administratieve last en kost voor Vlabel. Maar een verhoging van 20% voor het verzuim (te goeder trouw) van activa die de fiscus kent, is overdreven.

Nicolas Geelhand de Merxem