Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Geen erfbelasting na herroeping schenking aan echtgenoot

| Ayfer Aydogan

Algemene principes

Schenkingen zijn in principe onherroepelijk, tenzij het om schenkingen aan de echtgenoot van de schenker gaat (buiten huwelijksovereenkomst) (art. 1096 oud BW; art. 4.240 BW). Men kan dus terugkomen op een schenking aan zijn echtgenoot. Enige motivering voor de herroeping is niet nodig en er is geen enkele formaliteit nodig. De herroeping gebeurt vormvrij en kan uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend zijn. Het herroepingsrecht is een absoluut en persoonlijk recht van de echtgenoot-schenker en is zelfs van openbare orde, zodat men er niet van kan afwijken.

Dit herroepingsrecht blijft voortbestaan zolang de schenker leeft. De ontbinding van het huwelijk tast het herroepingsrecht niet aan. Dat is niet alleen evident in het geval van echtscheiding (men wil zijn ex de geschonken goederen niet gunnen), maar ook in het geval dat de echtgenoot-begiftigde overlijdt (de geschonken goederen waren bedoeld voor de echtgenoot, niet voor diens erfgenamen).

De federale fiscale administratie heeft in het verleden steeds bevestigd dat de burgerrechtelijke gevolgen van de herroeping van een schenking tussen echtgenoten fiscaal doorwerken en de geschonken goederen door een herroeping na het overlijden van de echtgenoot-begiftigde niet tot diens nalatenschap behoren. Er kan dus ook geen sprake zijn van de heffing van erfbelasting op de geschonken goederen. Deze maken immers niet het voorwerp uit van een overgang waar een overlijden de titel van vormt.

Benadering VLABEL

Verrassend genoeg, heeft VLABEL in een concreet geval toch erfbelasting geheven op grond van de algemene antimisbruikbepaling en dit ondanks dat de herroeping door de schenker expliciet vermeld was in de aangifte van de nalatenschap van de overleden echtgenoot-begiftigde. De redenering van VLABEL is samen te vatten als volgt: door de herroeping is de nalatenschap kleiner en wordt erfbelasting vermeden.

Wellicht omdat de kwalificatie van de herroeping als fiscaal misbruik niet evident is, heeft VLABEL het tijdens de gerechtelijke procedure over een andere boeg gegooid. Volgens VLABEL zou de herroeping, die uit de aangifte nalatenschap blijkt en pas later materieel werd uitgevoerd, niet reëel zijn. Nog volgens VLABEL doet een herroeping na het overlijden van de echtgenoot-begiftigde geen afbreuk aan de aanslag erfbelasting, die immers is gebeurd op basis van de situatie op het ogenblik van het overlijden.

Vonnis dd. 10 februari 2022

Het geschil heeft geleid tot een vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oost-Vlaanderen, afdeling Gent dd. 10 februari 2022. De Rechtbank heeft beslist:

De zienswijze van eisers, dat een herroeping ook nog kan gebeuren ná het overlijden van de begiftigde is volgens de rechtbank niet geloofwaardig. Het herroepingsrecht wordt op dat moment immers niet meer uitgeoefend tegen de persoon van de overleden echtgenote, maar wel tegen de erfgenamen die reeds in het bezit van de nalatenschap werden gesteld.”

Volgens de Rechtbank is het dus ongeloofwaardig dat men een schenking aan zijn echtgenoot nog kan herroepen na het overlijden van de echtgenoot-begiftigde.

Gelet op de fundamentele strijdigheid van dit vonnis met de hiervoor vermelde algemene principes, werd er hoger beroep ingesteld.

Arrest dd. 30 mei 2023

Het Hof van Beroep te Gent heeft in een arrest dd. 30 mei 2023 beslist:

  • Om te beoordelen of bepaalde goederen al dan niet tot het patrimonium van de overledene behoren, moet men zich, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 3.17.0.0.2 VCF, voegen naar de regels van het burgerlijk recht met dien verstande dat rekening moet worden gehouden met de fiscale fictiebepalingen. Het hof stelt vast dat de geïntimeerde zich in deze gerechtelijke procedure niet langer beroept op de toepassing van artikel 3.17.0.0.2 VCF.”;

  • Evenwel, gelet op de uitdrukkelijke vermelding in de aangifte nalatenschap van de herroeping, naderhand afzonderlijk schriftelijk bevestigd op (…), alsook het feit dat deze herroeping daadwerkelijk werd uitgevoerd, wijst niets er op dat deze rechtshandeling geveinsd zou zijn dan wel niet zou overeenkomen met de werkelijke wil van (…). Het is aan de geïntimeerde om te bewijzen dat de herroeping geveinsd zou zijn, doch dit bewijs wordt niet geleverd en wordt ook tegengesproken door de uitdrukkelijke vermelding van de herroeping in de aangifte nalatenschap, naderhand schriftelijk bevestigd, alsook door de uitvoering ervan.”;

  • “Dat de herroeping werd uitgevoerd na het overlijden dan wel desgevallend zou zijn ingegeven om erfbelasting te ontwijken, doet aan (het bewijs van) de realiteit van de herroeping geen afbreuk. Artikel 3.17.0.0.2 VCF wordt door de administratie niet langer ingeroepen om de taxatie te verantwoorden.”;

  • De herroeping van een schenking tussen echtgenoten is een persoonlijk recht van de schenker dat door deze laatste op elk ogenblik kan worden uitgeoefend, zelfs na het overlijden van de begiftigde (…). Dit principe werd door de administratie overigens steeds bevestigd (zie bv. Repertorium RJ – Successierechten, nr. S 15/22-01; niet herroepen door de Vlaamse Belastingdienst).”;

  • De uitvoering van de herroeping, m.n. de materiële inbezitname van de tegoeden door de schenker, is geen voorwaarde voor de herroeping gelet op het vormvrije karakter ervan (…) alsook de in de regel zakelijke aanspraak van de schenker door de terugwerkende kracht van de herroeping (…).”;

  • Dat de herroeping (burgerrechtelijk) terugwerkt tot het ogenblik van de schenking kan niet ernstig worden betwist. Dit is eigen aan de schenking tussen echtgenoten waarvan de wetgever zelf uitdrukkelijk heeft gesteld dat deze ad nutum herroepbaar is (…).”;

  • Voormelde burgerrechtelijke terugwerkende kracht werkt ook fiscaal door, ten opzichte van de belastingadministratie, in afwezigheid van enige fiscaalrechtelijke afwijkende bepaling, zoals ook zelf bevestigd door de fiscale administratie (…).

Het Hof van Beroep te Gent heeft het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oost-Vlaanderen, afdeling Gent dd. 10 februari 2022, vernietigd. Of VLABEL een voorziening in cassatie zal instellen, is voorlopig onduidelijk.

Ayfer Aydogan