De verzekeringsgift : precisering door Vlabel ivm. “registratierecht op de schenkingen”
Door art. 35 van het decreet van 23 december 2016, waardoor een nieuwe decretale regeling werd ingevoerd inzake de belastbaarheid van de verzekeringsgift in de erfbelasting (B.S. 30 december 2016, in werking getreden op 8 januari 2017) werd een nieuwe tweede paragraaf toegevoegd aan art. 2.7.3.2.8 VCF luidend als volgt:
“§ 2. In het geval van een levensverzekeringscontract wordt de belastbare grondslag van de sommen, renten of waarden, die aan de persoon, vermeld in artikel 2.7.1.0.6, kunnen toekomen, verminderd met het bedrag dat als belastbare grondslag heeft gediend voor de heffing van de schenkbelasting indien het contract door de erflater aan die persoon werd geschonken”.
Deze bepaling komt erop neer dat een verzekeringsgift, d.w.z. de schenking van alle rechten van een levensverzekeringspolis aan de begunstigde, niet belet dat er bij de uitkering van de prestatie erfbelasting verschuldigd is. Maar, indien de verzekeringsgift aan de heffing van de schenkbelasting is onderworpen, zal het bedrag dat als belastbare grondslag heeft gediend voor de heffing van de schenkbelasting, in mindering kunnen gebracht worden van de belastbare grondslag in de erfbelasting. Als de polis bij de geregistreerde schenking een afkoopwaarde had van 100 en het uitgekeerde kapitaal 120 bedraagt, zal er slechts op 20 erfbelasting geheven worden.
Vlabel preciseert nu dat de term “schenkbelasting” moet worden geïnterpreteerd als “schenkbelasting of registratierecht voor schenkingen”. Onder “registratierecht voor schenkingen” dienen niet alleen de oude Vlaamse schenkingsrechten verstaan te worden, maar ook het schenkingsrecht in de andere Gewesten. Dit blijkt uit de titel van het standpunt (“Schenkbelasting (Vl. Gewest) of schenkingsrecht (andere Gewesten)”.
Concreet betekent dit dat wanneer een Waalse of Brusselse rijksinwoner een verzekeringsgift aan zijn kinderen doet en deze onderwerpt aan de Waalse of Brusselse registratierechten voor schenkingen, en dan later naar Vlaanderen emigreert waar hij als Vlaams rijksinwoner zal overlijden, een beroep zal kunnen worden gedaan op art. 2.7.3.2.8 §2 VCF.
Op dat vlak zijn de andere twee Gewesten dus geen andere “staten”.
In een vorig bericht werd reeds gemeld dat dienaangaande preciseringen dienden te worden aangebracht door Vlabel en liefst nog door de decreetgever. Het vorenstaande is een welgekomen precisering, maar een gelijkaardige precisering dringt zich nog op met betrekking tot andere bepalingen van de VCF (zie bv. art. 2.7.1.0.5 en art. 2.7.1.0.6, §1, 1° VCF). In die bepalingen worden “schenkbelasting” en “registratierecht op de schenkingen” gelijkgesteld. Niet helemaal duidelijk is of “registratierecht op de schenkingen” enkel slaat op het oude Vlaamse schenkingsrecht of ook op de Waalse en Brusselse schenkingsrechten. Het ziet er naar uit dat Vlabel dit laatste onderschrijft.
Renate Barbaix
(Standpunt nr. 17013 dd. 6 maart 2017, gepubliceerd op 20 maart 2017)