Vlaamse schenk- en erfbelasting in de actualiteit (3)
| Nicolas Geelhand de Merxem
In Het Laatste Nieuws van 10 juli 2025, gebaseerd op een bericht van Belga en op een parlementaire vraag, werd andermaal ongenuanceerd verslag uitgebracht over de problematiek van de gunstregeling voor de schenking/vererving van aandelen van familiale vennootschappen in Vlaanderen. De titel luidt als volgt: “Discussie erfbelasting laait op: “730 families schonken (in 2023 - NG) 6,72 miljard euro zonder belastingen te betalen””. In de tekst wordt gesuggereerd dat de modale Vlaamse belastingplichtige op de vererving van een onroerend goed tussen 3 en 27% erfbelasting betaalt, maar dat de vermogende particulier zijn onroerende goederen in een vennootschap inbrengt en vervolgens de aandelen van die vennootschap aan 0% schenkt. Rijke families zouden gretig gebruik maken van deze “truuk”. Dat achterpoortje zou volgens Vooruit gesloten moeten worden, zeker nu Vlaanderen orde op zaken moet stellen in de begroting.
De waarheid is dat de regeling inzake het gunsttarief voor de schenking/vererving van aandelen van familiale vennootschappen, die ingevoerd werd te rekenen vanaf 1 januari 2012, lange tijd zeer streng werd toegepast door de Vlaamse Belastingadministratie (Vlabel). Zodra de betrokken vennootschap ook maar het minste onroerend goed bezat dat niet daadwerkelijk bestemd was voor haar economische activiteit, werd de gunstregeling door Vlabel geweigerd en golden de gewone tarieven, zowel in de schenkbelasting (3% of 7%) als in de erfbelasting (3% tot 27%). Om te kunnen genieten van deze gunstregeling diende dit “privé onroerend goed” uit de vennootschap gehaald te worden, waartoe dan ook vaak werd overgegaan. Zo werd bv. de gunstregeling voor de aandelen van een vennootschap met een zeer groot landbouwbedrijf en met een gezinswoning voor de bestuurder-landbouwer geweigerd omdat ze een “privé-onroerend goed” bevatte. Omdat dit niet de bedoeling was van de Vlaamse decreetgever in 2012, werd daar, na enige tijd, tegen gereageerd. Maar het is pas met een arrest van het Grondwettelijk Hof van 23 maart 2023 dat de rechtspraak definitief in die zin werd gevestigd dat het hebben van een “privé onroerend goed” voor een familiale vennootschap met een werkelijke economische activiteit geen beletsel meer was om de gunstregeling te kunnen toepassen. Dat heeft echter niet geleid tot het massaal inbrengen van “privé onroerende goederen” in de familiale vennootschappen. Immers, het Grondwettelijk Hof wees in het voormelde arrest (B.9.3) op het bestaan van de anti-misbruik bepaling (art. 3.17.0.0.2 VCF) en verklaarde: “op grond van die bepaling kan de administratie de vererving van aandelen in een familiale vennootschap belasten tegen het normale tarief in de mate waarin die vennootschap onroerende goederen bevat die geen verband houden met haar reële economische activiteit, indien zij kan aantonen dat bepaalde inbrengen in de vennootschap fiscaal misbruik uitmaken”.
Kortom, suggereren dat eigenaars van vennootschappen met een reële economische activiteit in 2023 (en voordien) massaal hun “privé-onroerende goederen” in deze vennootschappen zouden hebben ingebracht om deze te kunnen laten overgaan aan 0% schenkbelasting of aan 3% of 7% erfbelasting, is in strijd met de waarheid en misleidend.
Er is nog iets. Binnenkort zal de Vlaamse erfbelasting voor kleine en middelgrote vermogens verlaagd worden. In een recent opiniestuk in De Tijd werd cijfermatig uiteengezet dat de modale Vlaming, die slechts één onroerend goed bezit, met name de gezinswoning, dit onroerend goed aan zijn kinderen zal kunnen laten vererven aan minder dan 1% erfbelasting. Suggereren dat de kinderen van de modale Vlaming die het huis van hun ouders erven, tussen 3% en 27% erfbelasting zouden moeten betalen, zal binnenkort ook niet meer juist zijn.
Iets helemaal anders is de vraag of de huidige gunstregeling niet moet bijgeschaafd worden. Dat is mogelijk maar dat moet het voorwerp uitmaken van een sereen debat, desgevallend met experts en op basis van reële cijfers en andere feiten, en zonder populistische uitspraken in de pers. Gunstregelingen voor vennootschappen met een reële economische activiteit zijn onmisbaar in de moderne economie. Ook in onze buurlanden bestaat een gunstregeling voor vennootschappen met een reële economische activiteit. Het doel is telkens het beletten dat bij het overlijden van de hoofdaandeelhouder de hoge erfbelasting (27%) niet zou kunnen betaald worden bij gebrek aan liquiditeiten. Dat is immers nefast voor de economie en voor de tewerkstelling. Familiale vennootschappen zijn één van de grootste Vlaamse werkgevers. Ook de modale Vlaming, die zoals gezegd binnenkort geen erfbelasting betaalt, vaart daar goed bij. Het kind mag niet met het badwater weggegooid worden.
Nicolas Geelhand de Merxem
Prof. (em.) dr. Universiteit Antwerpen